Nakaarten met Erik van Ruysbeek

Nakaarten met Erik van Ruysbeek

op 6 april 2025 om 18:18

Op 3 april 2025 hield John Van Vreckem, bestuurslid van Davidsfonds afdeling Sint-Pieters-Woluwe, een lezing over de auteur Erik van Ruysbeek. Deze vond plaats in Gemeenschapscentrum Kontakt.
Bio
De Belgische auteur Erik van Ruysbeek (1915-2004) werd honderd jaar geleden geboren te Brussel als Raymond Van Eyck.
Hij studeerde af aan de K.U. Leuven als Licenciaat in de Germaanse filologie met een thesis over de Nederlandse dichter Jan Jacob Slauerhoff. Vervolgens vervulde hij zijn militaire dienstplicht als onderofficier / wachtmeester te Lier. Hij huwde in 1943 met Jeannine Verspecht, een Franstalige Brusselse onderwijzeres die hij Jo noemde in zijn poëzie.

Het echtpaar kreeg twee kinderen, Erik en Hilda.

Leraar Nederlands te Brussel
Een eerste markant feit uit zijn leven, is dat hij standvastig, gedurende dertig jaar (10/1940 – 12/1970) de Nederlandse taal onderwees te Brussel. Hij deed dat voornamelijk aan het KAE (het Koninklijk Atheneum te Etterbeek) en daarnaast, in avondschool, was hij - ondermeer - docent aan het Hoger Instituut voor Vertalers en Tolken (te Brussel) en leraar Letterkunde aan het Koninklijk Muziekconservatorium (eveneens te Brussel).

Zelf woonde hij van 1943 tot 2004 in de Marie-Josélaan te Sint-Lambrechts-Woluwe.

Litteraire ontwikkeling
In 1945 publiceert hij zijn eerste gedichten, klassiek naar de vorm, in Arsenaal, het eerste Nederlandstalige litteraire tijdschrift in het naoorlogse België. Zin eerste dichtbundel, Weerklank, zal in 1947 verschijnen. Hij wordt redacteur van meerdere litteraire tijdschriften waaronder Dietsche Warande en Belf ort. In de jaren ’50 experimenteert hij met modernistische poëzie (naar de vorm) en wordt (inhoudelijk) beïnvloed door het surrealisme. Hij recenseert in meerdere Vlaamse kranten. In totaal publiceert hij tussen 1945 en het jaar 2000 een twintigtal dichtbundels, vier romans en een tiental essays.
Zijn poëzie richt zich niet tot het grote publiek, en past niet binnen hokjesdenken. Hij had een hekel aan verzuiling en bracht vrienden van uiteenlopende strekkingen samen om vrijmoedig van gedachten te wisselen.1
Maar omdat zijn poëzie zich niet conformeerde, bleef ze onterecht onder de radar en had hij veel moeite om uitgevers te vinden.
Toch won hij meerdere prijzen, waaronder de Dirk Martens Prijs van de Stad Aalst in 1972 voor zijn in 1970 verschenen dichtbundel

Tussen bron en monding, en de Prijs voor de Letterkunde van de Vlaamse Provincies voor zijn hele oeuvre in 1990.

Honger naar zin

Men kan Van Ruysbeek echter niet vatten zonder stil te staan bij zijn intellectuele en spirituele zoektocht als uitweg uit het verpletterende naoorlogse nihilsme, de absurditeit van het existentialisme (Sartre, Camus…) en de abracadabrante uitingen van – bijvoorbeeld – een kunstrichting als COBRA (Copenhagen, Brussel, Amsterdam, met o.a. Christian Dotremont en Karel Appel). Op zijn drieëndertigste begon hij daarom aan een jarenlange zelfstudie van vergelijkende godsdienstwetenschappen, diverse filosofieën en mystici. Het woord is gevallen: mystiek. Mystiek zal zijn pad worden. Echter heel bijzonder is dat men die richting meestal associeert met vervlogen eeuwen in een diep religieuze context. Maar neen. van Ruysbeek leefde in het hart van de twintigste eeuw en raakte diep onder de indruk van Albert Einstein’s relativiteitstheorie en de substantiële bijdrage daartoe van een Waals Rooms-Katholiek priester, astronoom, kosmoloog, wiskundige en natuurkundige: Georges Lemaître, geboren te Charleroi (1894) en Professor aan de Katholieke Universiteit te Leuven. Als kosmoloog formuleert hij de adembenemende hypothese van de oerknal en het uitdeinende heelal… van Ruysbeek tast de grenzen af tussen wetenschap en spiritualiteit en leest Jean-Jacques Monod (Le hasard et la nécessité), Fritjof Capra (De Tao van fysica) en nog talrijke werken van verkenners.

Mystiek

Erik van Ruysbeek maakte een hele reeks mystieke ervaringen mee vanaf de leeftijd van vier jaar, doorheen zijn jeugd en later, en die gingen crescendo. Dat proces mondde uit in (voornamelijk) natuurmystiek, waarbij natuur zeker staat voor de bomen en zijn geliefde bossen bij de Lesse, nabij het dorpje Redu in de Provincie Luxemburg, maar verder is ook al wat de fysica en de microfysica onderzoeken, Natuur, van het oneindig kleine, de microkosmos, tot het oneindig grote, de macrokosmos.

Zoektocht in Oost en West
Hij bestudeert de Indische Vedanta “filosofie”, het Boeddhisme, het Taoisme, en is de Indische Yogi Sri Aurobindo en zijn spitirueel centrum te  Auroville (Pondicherry) zeer genegen. Later volgt hij lessen in het Soefisme (een mystieke leer binnen de Islam). Dat doet hij te Parijs bij Soefi-Meester Pir Vilayat Inayat Khan samen met zijn echtgenote.2

De Rooms-Katholieke opvoeding die hij genoot aan het prestigieuze Collège Saint-Michel te Etterbeek, was hij allang ontgroeid. Maar de realisatie dat mystici in Oost en West van één en dezelfde onmededeelbare Realiteit getuigen, dat was zijn diepste overtuiging (deze strekking wordt perennialisme genoemd). Op den duur en op grote “hoogte” valt het onderscheid weg tussen mystiek in de een of andere religieuze context, natuurmystiek of welke mystiek dan ook (in Oost, West of waar dan ook). Hij komt uit bij een allesomvattende eenheidservaring en hanteert het basisbegrip de Ongrond (On-grond, vergelijk met bodem-loos). Dat begrip haalt hij bij de Duitse theoloog, mysticus-filosoof Jakob Böhme (1575-1624) die het heeft over “Der Ungrund der Dinge”. Erik van Ruysbeek deelt nog mee dat tussen al zijn studies en ervaringen door hij bij momenten “zware verleidingen” meemaakt.

Poëzie

Van Ruysbeek verklaart in een interview met Willem Roggeman dat zijn poëzie voor hem van het grootste belang was, meer dan zijn essays en romans. Doorheen paradoxen en een geheel eigen taalregister poogde hij ongrijpbare boodschappen door te geven. Tijdens de lezing werd uitvoerig stilgestaan bij zijn dichtkunst, vormkenmerken ervan, inhoudelijke thema’s en de verzen an sich.

De smaak van honing (IKON)

In 1995 komt een ploeg van de Nederlandse Televisie een opname maken bij hem thuis. Van Ruysbeek is dan tachtig. In de 49 minuten durende documentaire geeft hij heldere en gedocumenteerde antwoorden en uitleg over zijn mystieke pad. De IKON (Interkerkelijke Omroep Nederland) zendt “De smaak van honing” datzelfde jaar uit, en daarop volgt een enorme response uit Nederland. Zo miskend als hij in Vlaanderen was, zo talrijk waren de geïnteresseerde reacties uit het Noorden. Vorig jaar nog werd De dood en de Dageraad, ondertitel: Meditaties over leven en sterven, in Nederland uitgegeven door de Stichting Marcel Messing Bibliotheek. Het mystieke oeuvre van Van Ruysbeek is springlevend!

Christelijke wortels
Deze bondige beschrijving van Van Ruysbeeks spirituele parcours zou niet volledig zijn zonder te vermelden dat de auteur de cirkel rond maakte door terug te keren tot de wortels van het Christendom. Daarbij liet hij zich echter niet beperken door canonieke teksten, doch maakte in samenwerking met zijn vriend Marcel Messing een vertaling van het apocriefe Evangelie van Thomas en schreef hij bij ieder vers, logion genaamd, een poëtische herinterpretatie ervan…

Sommigen hebben het gebrek aan groter bereik van Van Ruysbeek geweten aan het feit dat zijn werk nauwelijks of niet werd vertaald. Maar kunt u zich voorstellen dat zijn poëzie, subtiele verzen in een quasi geheimtaal, zonder meer zouden kunnen worden vertaald? Dat is uiteraard ondenkbaar. Deze schat zal daarom in onze taal bewaard blijven.

Besluiten ga ik (op poëtische toon te declameren). Is het onderwerp uitgeput?
Neen. Over de inspiratie van meerdere grote mystici repte ik hier niet: Meister Eckhart, Dyonisius de Aeropagiet, en talrijke andere.

Over romans en essays is geen woord gevallen. Hebben de mens Raymond Van Eyck en de dichter Erik van Ruysbeek al hun geheimen prijsgegeven? Ik denk het niet. Laat ons voorlopig de boeken sluiten met de Chinese wijze Lau-Tse: “Die weten, spreken niet, die spreken, weten niet”.

Copyright John Van Vreckem, zondag 6 april 2025 

1 Bron: zijn dochter, Hilda Van Eyck.
2 Bron: Hilda Van Eyck.
Erik van Ruysbeek          Erik van Ruysbeek boeken
Voor de fotogalerij klik hier

Labels: